ALGEMEEN

Deze paragraaf omvat de beleidsvoornemens met betrekking tot de diverse gemeentelijke belastingen en heffingen. De gemeentelijke belastingen en heffingen maken voor circa 16% deel uit van de gemeentelijke inkomsten.
In het gemeentelijk belastinggebied wordt onderscheid gemaakt tussen:

  • belastingen, onder andere de onroerende-zaakbelastingen (OZB) en de toeristenbelasting: de opbrengst  is bestemd voor de algemene middelen
  • bestemmingsheffingen, onder andere afvalstoffenheffing, rioolheffing en leges: worden gebruikt om de kosten van de dienstverlening of voorziening te dekken.

BELEIDSUITGANGSPUNTEN EN ONTWIKKELINGEN

In het beleidsakkoord 2014 is als beleidsuitgangspunt opgenomen dat de belastingen voor inwoners en ondernemers niet meer stijgen dan de inflatiestijging. Voor de gemeentelijke belastingen en heffingen betekent dit dat de tarieven jaarlijks worden geïndexeerd met de verwachte inflatie. Voor 2016 is dit vastgesteld op 1,5%. De afvalstoffenheffing daalt iets door lagere kosten in verband met betere afvalscheiding.

UITVOERINGSKOSTEN

Uitvoeringskosten (perceptiekosten) zijn de kosten voor het heffen en invorderen van de belastingen en heffingen. Dit zijn onder andere het gegevensbeheer, alle correspondentie en andere administratieve handelingen.
De uitvoeringskosten worden geraamd op basis van een percentage van de opbrengsten. De kosten voor de gemeentelijke belastingen en heffingen in Best (onroerende-zaakbelastingen, afvalstoffenheffing, rioolheffing, precariobelasting, toeristenbelasting, bouwgrondbelasting en reclamebelasting) zijn voor 2016 geraamd op  € 284.456 (circa 2,72%). De opbrengsten van deze belastingen zijn geraamd op € 10.468.246.
De uitvoeringskosten voor de overige heffingen (onder andere de leges) zijn verwerkt in het tarief en worden meestal contant afgerekend. Hierbij gaat het om producten en diensten waarbij geen sprake is van een heffings- en invorderingstraject (aanslagbiljet, aanmaning en dergelijke).

OVERZICHT GEMEENTELIJKE BELASTINGEN EN HEFFINGEN

Het is wettelijk bepaald  (met name Gemeentewet) welke belastingen de gemeente mag heffen. De gemeente heeft binnen dit kader de vrijheid om een bepaalde belasting wel of niet in te voeren. Ook is de gemeente vaak vrij in het bepalen van de hoogte van de tarieven. Bij een aantal heffingen geldt echter een beperking. Zo mogen de leges niet hoger zijn dan de kosten (maximaal kostendekkend) en is er voor een aantal tarieven in bijzondere wetten maximum tarieven opgenomen.

In de volgende tabel treft u een overzicht aan van alle gemeentelijke belastingen en heffingen met de daarbij behorende opbrengsten.

Overzicht belastingen en opbrengsten

Belasting/Heffing

Werkelijk 2014

Geraamd 2015

Geraamd 2016

Onroerende-zaakbelasting

€ 4.623.943

€ 4.884.000

€ 5.054.000

Afvalstoffenheffing

€ 2.958.812

€ 3.070.428

€ 3.081.298

Rioolheffing

€ 2.177.285

€ 2.080.854

€ 2.166.146

Leges burgerzaken

€ 504.863

€ 634.082

€ 628.280

Leges omgevingsvergunningen

€ 604.439

€ 666.412

€ 666.412

Overige leges

€ 38.012

€ 71.844

€ 71.844

Precariobelasting

€ 75.645

€ 88.672

€ 90.002

Toeristenbelasting

€ 12.000

€ 12.148

€ 12.330

Lijkbezorgingsrechten

€ 7.051

€ 3.712

€ 3.712

Marktgeld

€ 22.604

€ 24.475

€ 24.475

Bouwgrondbelasting

€ 7.873

€ 4.470

€ 4.470

Reclamebelasting

€ 54.949

€ 60.000

€ 60.000

Totaal

€ 11.087.476

€ 11.601.097

€ 11.862.969

Gemiddelde lastendruk per gezin

2016

2015

Belastingsoort  

Onroerende-zaakbelastingen 

€ 252,00* 

€ 249,00 

(gemiddelde WOZ-waarde € 254.000)

Afvalstoffenheffing

€ 250,92

€ 252,96

Rioolheffing

€ 161,28

€ 158,88

Totale woonlasten

€ 664,20

€ 660,84

Percentage

100,50%

100,00%

* Het betreft hier een voorlopig tarief voor 2016. Het definitief tarief is afhankelijk van de WOZ-waarden per 1 januari 2015. Bij het samenstellen van deze begroting waren deze waarden nog niet bekend.

Vergelijking lastendruk Best in 2015 ten opzichte van de gemiddeld landelijke lastendruk in 2015

Best

Gemiddeld

Laagst

Hoogst

€ 661

€ 716

€ 520

€ 1.198

Bron: Atlas van de lokale lasten 2015

Vergelijking lastendruk Best in 2015 ten opzichte van de gemiddelde lastendruk regionaal in 2015

Best

Eindhoven

Nuenen

Oirschot

Son en Breugel

Veldhoven

€ 661

€ 583

€ 1.008

€ 856

€ 592

€ 585

Bron: Atlas van de lokale lasten 2015

Uit de vergelijkingen blijkt dat de woonlasten in Best in 2015 in relatie tot zowel de 'landelijk' lasten als de 'regionale lasten' relatief laag zijn. De gemeente Best staat landelijk in de ranglijst op plaats 92 van de 407 gemeenten als het gaat om de goedkoopste gemeente qua woonlasten voor meer-persoons-huishoudens. Binnen de provincie Noord-Brabant staat de gemeente Best op plaats 14 van de 66 gemeenten. Er zijn dus maar 13 gemeenten in Noord-Brabant die lagere woonlasten in rekening brengen.

Bij het samenstellen van deze begroting was de gemiddelde lastendruk van andere gemeenten voor 2016 nog niet bekend. Om toch een vergelijk voor de lastendruk te kunnen maken is ervoor gekozen om de lastendruk voor 2015 te vergelijken.

Belastingcapaciteit

De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de lastendruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van de landelijk gemiddelde lastendruk. Dit zijn de lastendruk van het begrotingsjaar (2016) ten opzichte van de landelijk gemiddelde lastendruk in het voorafgaande begrotingsjaar (2015) uitgedrukt in een percentage. Belastingcapaciteit: 664/716 x100%=93%.

TOELICHTING BELASTINGEN EN HEFFINGEN

Onroerende-zaakbelastingen (OZB)

OZB zijn gemeentelijke belastingen die de meeste inkomsten opleveren. Het gaat om een eigenarenbelasting bij woningen en niet-woningen, en een gebruikersbelasting bij niet-woningen.
De opbrengst komt ten goede aan de algemene middelen van de gemeente. De bevoegdheid tot het heffen van de OZB is vastgelegd in de Gemeentewet.
Voor de berekening van de OZB in 2016 wordt de WOZ-waarde per 1 januari 2015 gehanteerd. Belastingplichtig is degene die op 1 januari van het belastingjaar eigenaar is van een woning of niet-woning en/of gebruiker van een niet-woning. Het belastbaar feit is de onroerende zaak (woning of niet-woning). Het tarief wordt uitgedrukt in een percentage van de WOZ-waarde.

De OZB worden voor 2016 verhoogd met een inflatiepercentage van 1,5%.

De tarieven voor 2016 :

Eigenaren woningen

0,0996% van de WOZ-waarde (2015: 0,0949%)

Eigenaren niet-woningen 

0,1616% van de WOZ-waarde (2015: 0,1508%)

Gebruikers niet-woningen

0,1310% van de WOZ-waarde (2015: 0,1217%)

Het is niet de bedoeling dat een stijging of daling van de WOZ-waarden tot hogere of lagere opbrengsten van de OZB leidt. Dit betekent dat de tarieven pas definitief worden bepaald op het moment dat de WOZ-waarden (per 1 januari 2015) bekend zijn. De totale belastingopbrengst blijft dus zoals in de begroting is verwerkt.

De bruto-opbrengst van de OZB is voor 2016 geraamd op:

Woningen

€ 3.041.000

Niet-woningen

€ 2.013.000

Totaal

€ 5.054.000

Afvalstoffenheffing

De functie van de afvalstoffenheffing is het dekken van de kosten die de gemeente maakt voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen. De afvalstoffenheffing is geregeld in de Wet milieubeheer. Het feit dat de gemeente verplicht is (wettelijke inzamelplicht als gevolg van artikel 10.11 van de Wet milieubeheer) om binnen het gehele gebied huisvuil in te zamelen is reden voor de heffing. Het belastbaar feit is het feitelijk gebruik van een perceel waarvoor krachtens de Wet milieubeheer - artikelen 10.21 en 10.22 een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. Belastingplichtig is degene die feitelijk gebruik maakt van een perceel waarvoor de plicht geldt om huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen. Het (standaard)tarief is een vast bedrag per jaar.

De afvalstoffenheffing bedraagt in 2016 € 251,04 (2015: € 252,96).
Het tarief is ten opzichte van 2015 verlaagd met circa 1%. Dit komt door lagere kosten in verband met betere afvalscheiding.
De bruto-opbrengst van de afvalstoffenheffing voor 2016 is geraamd op  € 3.082.771. De totale lasten worden eveneens geraamd op € 3.082.771.

Rioolheffing

De functie van de rioolheffing is het dekken van de kosten verbonden aan de inzameling en het transport van afvalwater, en de taken op het gebied van de afvoer van hemelwater en grondwaterbeheer.
De bevoegdheid tot het heffen van de rioolheffing is vastgelegd in de Gemeentewet.
De heffing wordt opgelegd aan gebruikers van percelen van waaruit (afval-)water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. Het tarief is een vast bedrag per jaar voor elke afgevoerde hoeveelheid afvalwater van 0 t/m 500 m³ (hieronder vallen alle huishoudens). Voor de afgevoerde hoeveelheid afvalwater boven de 500 m³ geldt per categorie een trapsgewijs relatief afnemend tarief.

Het tarief voor de rioolheffing bedraagt in 2016 € 161,28 (2015: € 158,88).
De bruto-opbrengst van de rioolheffing voor 2016 is geraamd op € 2.166.146. De totale lasten worden eveneens geraamd op € 2.166.146.

Leges en rechten

Leges en rechten zijn vergoedingen van inwoners en ondernemers aan de gemeente voor de kosten van het op aanvraag verlenen van gemeentelijke diensten. De bevoegdheid tot het heffen van leges is vastgelegd in de Gemeentewet. In deze wet staat dat de geraamde opbrengsten niet hoger mogen zijn dan de geraamde kosten. Er mag dus geen winst gemaakt worden. Hierbij gaat het dan niet om het kostendekkingspercentage per individuele dienst of groep van diensten, maar om de kostendekking van alle in de legesverordening opgenomen diensten.
De diensten waarvoor leges worden geheven zijn zeer uiteenlopend.
Belastingplichtig is degene die de dienst aanvraagt dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend. De leges worden hier niet specifiek omschreven, omdat deze slechts in individuele gevallen op aanvraag worden toegepast.

Voor een aantal tarieven geldt een landelijk maximum.
De bruto-opbrengst van de totale leges voor 2016 is geraamd op € 1.366.536.

Overzicht baten en lasten van de leges:

Leges

Lasten

Baten

Saldo

Burgerzaken

€ 778.050

€ 628.280

-€ 159.770

Overige

€ 130.442

€ 71.844

-€ 58.598

Omgevingsvergunning

€ 689.497

€ 666.412

-€ 23.085

Precariobelasting

De precariobelasting is een algemene belasting die wordt geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Bijvoorbeeld reclame-uitingen en luifels aan winkels, het plaatsen van containers, enzovoort.  De opbrengst komt ten goede aan de algemene middelen van de gemeente. De bevoegdheid tot het heffen van de precariobelasting is vastgelegd in de Gemeentewet. De heffingsgrondslagen en de tarieven zijn opgenomen in de bij de verordening precariobelasting 2016 behorende tarieventabel.

De bruto-opbrengst van de precariobelasting voor 2016 is geraamd op € 90.002.

Toeristenbelasting

De toeristenbelasting is een algemene belasting voor het verblijf met overnachting binnen de gemeente in hotels, pensions en dergelijke tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetenen zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens. De opbrengst komt ten goede aan de algemene middelen van de gemeente. De bevoegdheid tot het heffen van de toeristenbelasting is vastgelegd in de Gemeentewet. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf. Het tarief is een vast bedrag per overnachting.

Het tarief per overnachting bedraagt in 2016 € 0,60. Het tarief is niet verhoogd met het inflatiepercentage gelet op de geringe invloed ervan. Voor  2017 zal daarom weer een "inhaalslag" plaatsvinden.
De bruto-opbrengst van de toeristenbelasting voor 2016 is geraamd op € 12.330.

Lijkbezorgingsrechten

De wet op de lijkbezorging verplicht gemeenten zorg te dragen voor de aanwezigheid van algemene begraafplaatsen. De lijkbezorgingsrechten zijn bedoeld als dekking van de kosten van de algemene begraafplaats, evenals het faciliteren van begraven. De bevoegdheid tot het heffen van de lijkbezorgingsrechten is vastgelegd in de Gemeentewet. Het belastbaar feit zijn de uiteenlopende diensten zoals opgenomen in de tarieventabel behorende bij de verordening lijkbezorgingsrechten 2015. Belastingplichtig is degene namens wie de aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht.

De bruto-opbrengst van de lijkbezorgingsrechten voor 2016 is geraamd op € 3.712.

Marktgeld

De functie van het marktgeld is het dekken van de kosten van de weekmarkt.
De bevoegdheid tot het heffen van het marktgeld is vastgelegd in de Gemeentewet.
Het belastbaar feit is het innemen van een standplaats op de weekmarkt. Belastingplichtig is degene die een standplaats op de weekmarkt inneemt. Het tarief is een vast bedrag per strekkende meter.

De tarieven voor 2016 worden niet verhoogd, omdat met de huidige tarieven 100% kostendekkendheid wordt gerealiseerd.

De tarieven voor 2016 zijn:

per marktdag

€ 1,77

per kwartaal

€ 16,43

per jaar

€ 61,29

De bruto-opbrengst van het marktgeld voor 2016 is geraamd op € 24.475. De totale lasten worden geraamd op € 21.912.

Bouwgrondbelasting

De bouwgrondbelasting (tegenwoordig 'baatbelasting') is bedoeld om de gemeentelijke kosten te dekken voor voorzieningen die door of met medewerking van de gemeente tot stand zijn gebracht.
De bevoegdheid tot het heffen van de baatbelasting is vastgelegd in de Gemeentewet.
Het belastbaar feit is de onroerende zaak die baat heeft van de getroffen voorzieningen. Belastingplichtig is de eigenaar van een onroerende zaak die gebaat is bij de voorzieningen. De heffingsmaatstaf is in het geval van de bouwgrondbelasting ‘Koekoekbos’ een bedrag per vierkante meter. Hoewel de belasting in beginsel ineens wordt geheven, wordt de belasting meestal (op verzoek) in dertig jaren geheven.

De bruto-opbrengst van de bouwgrondbelasting voor 2016 is geraamd op € 4.470.

Reclamebelasting

Vanaf 2012 wordt in het zogenaamde ‘stimuleringsgebied’ reclamebelasting geheven. Dit gebied is gelegen in het centrum van Best. De reclamebelasting is op verzoek van een grote meerderheid van de ondernemers in het gebied ingevoerd. De opbrengst van de reclamebelasting wordt, na aftrek van de door de gemeente gemaakte perceptiekosten, in de vorm van een subsidie afgedragen aan de Stichting Centrummanagement Best.
De reclamebelasting is een algemene belasting, waarvan de opbrengst ten goede komt aan de algemene middelen van de gemeente. De bevoegdheid tot het heffen van de reclamebelasting is vastgelegd in de Gemeentewet. De belasting wordt opgelegd voor het hebben van een openbare aankondiging (reclame-uiting) die zichtbaar is vanaf de openbare weg. Belastingplichtig is de gebruiker van een onroerende zaak waarop en waarbij één of meer reclame-uitingen zijn aangetroffen.
Het tarief is opgebouwd uit een vast bedrag van € 25 per onroerende zaak. Indien de onroerende zaak een WOZ-waarde van meer dan € 167.000 heeft, wordt het vaste bedrag verhoogd met een bedrag van € 1,50 voor elke € 1.000 hogere WOZ-waarde. Het maximum te heffen bedrag is     € 520.
Er is een convenant afgesloten met de Stichting Centrummanagement. Tariefsaanpassingen worden daarom in overleg met de Stichting Centrummanagement vastgesteld.

De bruto-opbrengst van de reclamebelasting voor 2016 is geraamd op € 60.000. Na aftrek van de perceptie kosten en doorbetaling van de subsidie, bedraagt de netto opbrengst € 0.

Kwijtschelding

De gemeente Best kent een ruim kwijtscheldingsbeleid. Tot de doelgroep behoren belastingplichtigen met een inkomen tot 100% van de bijstandsnorm. Voor kwijtschelding komen de onroerende-zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing in aanmerking.
Alle inwoners met een uitkering WWB levensonderhoud worden vrijgesteld van de betaling van de hierboven vermelde belastingen. Bovendien wordt degene die een aanvraag bijzondere bijstand indient, gewezen op de mogelijkheid van kwijtschelding en wordt een aanvraagformulier verstrekt. Het staat iedereen vrij een aanvraag te doen voor kwijtschelding via een aanvraagformulier.
Tot en met 2012 werd de vrijstelling voor de afvalstoffenheffing gemaximeerd tot € 90,76. Eind 2012 heeft de gemeenteraad besloten de kwijtschelding met ingang van 1 januari 2013 voor de duur van 3 jaar niet te maximeren. Eind 2015 volgt een voorstel om deze termijn te verlengen met tenminste drie jaren.

Overzicht verleende kwijtscheldingen

Jaar

Aantal

  Bedrag

2009

541

€ 131.504

2010

609

€ 148.418

2011

522

€ 125.482

2012

426

€ 108.527

2013

447

€ 169.495

2014

462

€ 184.775

2015*

442

€ 171.414

2016

450

€ 185.000

*) Voor 2015 kan het aantal verleende kwijtscheldingen en daarmee het begrote bedrag nog wijzigen.